Joep-odulphus

geschiedenis

 

hoofdstuk 2

de lange weg naar het binnenhof



lezen is kijken= je kijkt op de manier van een plaatje, manier van geschilderd etc.

orienterend lezen


schema maken van kenmerken rijdvak


dinsdag 22 oktober


21/10/13

We zijn deze les begonnen met een paar vragen over de lerares en het vak geschiedenis


Vakbond is een groep die opkomt voor een bepaalde groep arbeiders.


Schema kenmerken van het tijdvak :


Tijd van burgers en stoommachines. 1800 - 1900 ⟶ ⟶  ↓

                     ↘↙                                                  ↓


Landbouw en begin van stoommachines.               Nederland had verschillende koloniën

        ↓                          ↓                      Er was sprake van industriële

Huisnijverheid                  Fabrieken                         revolutie en van een agrarische

Kinderarbeid                                                                 samenleving.

Max Havelaar



1849 / 1890 Willem II was koning


29okt

schema tijdvak → regenten en vorsten → burgers stoommachines


wat blijft er? handel en scheepvaart

socialititeit: onderlinge verhoudingen


industriele revolutie: traag, lopen zwaar achter vergeleken met Engeland


revolutie; snel na franse revolutie veel politieke veranderingen





6 gevolgen van de onderlinge verhoudingen die veranderen


1 in politiek opzicht

2 sociale veranderingen

3 er kwamen verenigingen

4 sommige groepen worden steeds belangrijk.

5 parlementaire democratie

6 ze veranderen de westerse samenleving.





verschijnsel

De Industriele revolutie, en de revoluties die uitbraken  met als voorbeeld de Franse. Een verschijnschel was Max Havelaar onder de schuilnaam Multatuli met als titel Max Havelaar de koffieveilingen der Nederlandsche handelsmaatschappij. Dat boek was een felle aanklacht tegen de mistanden als gevolg van het Nederlandse bewind in Nederlands-Indie. Het boek verscheen

een jaar later In 1860


Ontwikkeling

Het bestuur in Indonesië.

Nederland heeft veel Kolonie's en gebruikt ze als afzetmarkt.


Gebeurtenis

1859, Max Havelaar word benoemd tot assistent-resident van Lebak, in het westen van Java.

1860, eerste druk van Max Havelaar z'n boek


Gedachte of handelingen.

De mensen in de kolonie's wilde onafhankelijk worden.

De Nederlanders vonden dit niet kunnen omdat Indie altijd al bij hun had gehoord en gehoorzaamd had.


Er onstond een oorlog tussen de Nederlanders en de opstandelingen.

Personen

Eduard Douwes Dekkers.


Schema 2.1

Het Cultuurstelsel

Johannes van den Bosch, was het niet eens met de idealen van de Franse Revolutie. Hij geloofde niet in vrijheid en gelijkheid in de tropen. Daarom was hij ook de bedenker van dit plan.  Zijn plan was om de Indiërs te verplichten ⅕ van hun grond te verbouwen om vervolgens voor lage prijzen aan Nederland verkocht te worden.  


Schema 2.2

Sociale kwestie: Het zoeken naar een oplossing voor de slechte woon en werkomstandigheden in de arbeidersklasse.


Kapitalise: Hierbij zijn de productie factoren in handen van de particulieren en worden de prijzen bepaald door de wet van vraag en aanbod. Het hoofddoel van Kapitalistische ondernemers is het maken van zoveel mogelijk winst.


Liberalisme:Zowel handelaren en fabrikanten waren het er mee eens dat zoveel mogelijk vrijheid het beste was. Deze overtuiging werd de basis van een nieuwe politieke stroming. Het liberalise.


aantekening

goede bedoelingen


V.O.C. ging failliet. In 1813 na een nederlaag van napoleon beloofde hij dat de koloniën  in Indië heel mooi gingen worden maar in de praktijk was het niet geweldig geworden. Er waren Europese oorlogen waardoor de handel stil kwam liggen. Na de nederlaag was Willem 1 koning in Nederland.



2.3


cencuskiesrecht: alleen zij die een minimumbedrag aan de belasting betaalden, kregen het  recht om te stemmen


Ideale samenleving: In de tijd van de ‘’verlichting’’ werd er erg nagedacht over hoe de ideale samenleving er uit zou zien.


Klassentijd: Max Havelaar beweerde dat er door de klassenstrijd de loop van de geschiedenis bepaald werd. De 2 klassen bestonden uit: de rijke mensen, die de volledige controle over de productiemiddelen, en over de politiek. En daaronder een vele grotere klasse die bestond uit arme mensen die weinig te zeggen hadden.


socialisten/sociaal-democraten: deze groep wilde niet langer op de revolutie wachten, ze ondernamen zelf actie. Ze probeerden om veranderingen te krijgen via de sociale wetgeving in het parlement. Er kwamen steeds meer wetten die woon- en werkomstandigheden verbeterden.


communisten: bleven trouw aan voorspelling van Karl Marx, hij dacht dat er een revolutie zou komen als de lees- en werkomstandigheden in de slop zouden raken en er een overgangsfase zou komen. In die fase zouden er strenge wetten komen die dan de tegenkrachten te blijven controleren.

'Kinderwetje van Van Houten': de wet om verwaarlozing van van kinderen tegen te gaan.


plaatje 1: een voorbeeld hoe het er in de revolutie aanging, vechten tegen de overheid, dit gaf hoop aan andere europese landen.


plaatje2: de 2 mannen die belangrijk voor het socialisme zijn geweest.

 

 

plaatje3: hij spreekt de groep arbeiderstoe, waarschijnlijk geeft hij redenen om in opstand te komen.